Onderwijs2032
Namens het KNAG hebben Rob Adriaens, Joop van der Schee en Roeland van Westerop gereageerd op het advies Ons Onderwijs2032.
Onderwijs2032 – Ruim baan voor aardrijkskunde
Het advies OnsOnderwijs2032 staat komende week weer centraal in de Tweede Kamer. Het advies bevat een aantal goede punten. Op een aantal andere punten moet het nog flink worden bijgesteld.
In het advies wordt terecht het belang van samenhang in het onderwijs benoemd. Als geografen zijn wij gewend om breed te kijken en wij willen dan ook zeker invulling geven aan meer samenhang. Sterker nog, met ons initiatief Geo Future School doen we dat al. Vakken laten verdwijnen en vervangen door drie leerdomeinen – een alfa-, een bèta- en een gammadomein – vinden wij echter geen goed plan. Dat zal leiden tot oppervlakkig onderwijs, terwijl er juist behoefte is aan diepgang en uitdaging. Echte samenhang moet ook niet zo zeer binnen de drie domeinen als wel daartussen gezocht worden. Op het grensvlak van bèta en gamma spelen belangrijke vraagstukken op het gebied van klimaatverandering, water, energie, globalisering en voedsel. Waar die samenhang nu gestalte krijgt in het vak aardrijkskunde, dreigt die met het advies juist te verdwijnen. Maak dus ruimte voor een vak als aardrijkskunde dat een brug slaat tussen domeinen.
Het advies noemt het belang van burgerschap. De voorgestelde invulling is volledig gericht op de Nederlandse maatschappij. Jongeren van nu zijn echter niet alleen inwoner van Nederland, maar in toenemende mate ook van de wereld. Burgerschap moet dus wereldburgerschap worden met aandacht voor thema’s als geopolitiek, duurzaamheid, het belang van grenzen en verschillende culturen. Thema’s die nu al bij aardrijkskunde aan bod komen. Verder moeten jongeren niet alleen aardige en waardige burgers worden, zoals het advies stelt. Ze moeten juist ook kritische burgers worden, bijvoorbeeld daar waar het gaat over de Nederlandse beeldvorming van andere landen en gebieden.
Aardrijkskunde is in de discussie rondom het advies regelmatig weggezet als een vak dat gaat over feiten. Feiten die je ook wel zou kunnen opzoeken. Maar aardrijkskunde anno 2016 is iets heel anders: jongeren leren er dat feiten onderdeel zijn van een groter geheel van verbanden en patronen. En dat doen ze door middel van geografisch onderzoek, door gebruik te maken van geo-ict en door te denken in toekomstscenario’s. Vakkennis en vakvaardigheden blijven daarbij van belang en moeten dus ook benoemd worden.
Rekenen en taal worden in het advies helemaal apart gezet. Dat is niet verstandig. Rekenen en taal zijn hulpvakken die betekenisvoller ingevuld kunnen worden door ze meer te integreren in andere vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en economie. Dat zal het onderwijs niet alleen betekenisvoller maken voor jongeren, maar ook minder saai.
Bovenstaande aanpassingen zijn nodig om echt toekomstgericht onderwijs met diepgang mogelijk te maken dat geen brave modelburgers vormt, maar jongeren die voorbereid zijn om hun plek in de wereld in te nemen.
Rob Adriaens, docent aardrijkskunde Het Streek Ede en onderwijsdeskundige KNAG
Joop van der Schee, hoogleraar landelijke leerstoel Onderwijsgeografie Vrije Universiteit Amsterdam
Roeland van Westerop, lerarenopleider aardrijkskunde Hogeschool Arnhem Nijmegen en voorzitter bestuur afdeling onderwijs KNAG