Kwalificatiestructuur

Datum: 13 oktober 2003
Betreft: kwalificatiestructuur
Geachte mevrouw Van der Hoeven,

In het bestuurlijk overleg arbeidsmarkt en personeelsbeleid van 18 september 2003 legde u een aantal beleidsvoornemens voor m.b.t. een kwalificatiestructuur voor de beroepen in het onderwijs. Bij die gelegenheid is afgesproken dat de organisaties die in het bestuurlijk overleg vertegenwoordigd waren een (nader) standpunt zouden bepalen over de voorgelegde beleidslijnen.
Het bestuur van SBL komt op basis van hoofdstuk 2 van uw concept-notitie tot de volgende opvattingen op hoofdlijnen.
1. Wij onderschrijven graag de eisen die u formuleert waaraan een kwalificatiestructuur moet voldoen: draagvlak hebben, duurzaam zijn, flexibel zijn en beleidsruimte bieden, een integrale benadering mogelijk maken van de kwalificaties voor onderwijsberoepen.
2. Onderschreven wordt dat SBL bereid en in staat is om in een interactief proces met de beroepsgroep de bekwaamheidseisen te formuleren voor het leraarschap en andere onderwijsberoepen, en die eisen aan de minister van OCW voor te leggen voor vaststelling.
3. De gedachte dat in een platform diverse partijen met elkaar spreken over de ontwikkelingen in het onderwijs en de gevolgen daarvan voor de kwalificatiestructuur spreekt ons aan. Het is van belang dat in een gremium de gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt belegd voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening in het onderwijs én aan de centrale rol die de werknemers in het primaire proces – de leraar, de onderwijsassistent, de schoolleider – spelen ten aanzien van de kwaliteit van de beroepsuitoefening.
4. Over de structuur waarin de betrokken actoren die opdracht zouden moeten realiseren, lopen de meningen in het bestuur van SBL uiteen. Gezien de samenstelling van het bestuur (3 onderwijsvakorganisaties, 1 platform van vakinhoudelijke verenigingen, 2 deskundigen en een onafhankelijke voorzitter) kan eigenlijk ook geen objectiveerbaar standpunt over de structuur worden verwacht.
Op dit punt tekenen zich in het bestuur twee opties af.
In de eerste optie, die wordt voorgestaan door de Algemene Onderwijsbond en de Onderwijsbond CNV, dragen de sociale partners de (bestuurs-)verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en het onderhoud van de kwalificatiestructuur. Tot die verantwoordelijkheid behoort ook het betrekken van de beroepsgroep bij de beschrijving van bekwaamheidseisen.
In de tweede optie, die wordt voorgestaan door de overige bestuursleden, draagt het door u beoogde platform de verantwoordelijkheid voor het samenhangend stelsel van onderwijsberoepen en de daarmee verbonden taken, maar dan wel in een zodanige samenstelling dat de gezamenlijke beroepsgroepen de helft van de zetels in het platform bezetten, terwijl de andere helft wordt bezet door deskundigen vanuit het werkgevers- en opleidingsperspectief. Het opstellen van de bekwaamheidseisen per onderwijsberoep zal de taak zijn van de desbetreffende beroepsgroepen.
Wij hopen hiermee een bijdrage aan de beleidsvorming te hebben geleverd en zijn daarbij graag verder betrokken.

Met vriendelijke groet,
Namens het bestuur van SBL:
drs. A.M.E. Kil-Albersen, voorzitter
prof. dr. J.J.H. van den Akker
mr. H.K. Evers, Onderwijsbond CMHF/MHP
E.W. de Jong, Onderwijsbond CNV
drs. R.W.H. de Koning, Algemene Onderwijsbond
prof. dr. L. Stevens
dr. M. Vernooy-Gerritsen, Platform VVVO