Datum: 12 juni 2002
Betreft: monitoring invoering leerwegen vmbo
Geachte mevrouw Adelmund,
Per 1 augustus 2001 zijn de leerwegen in het vmbo gestart. Een niet geringe operatie voor docenten, vaksecties en schoolorganisaties. Het is van groot belang om deze operatie op de voet te volgen om te kijken of alles goed verloopt en zo niet, of er bijstellingen nodig zijn.
Het is de monitoring, Start van de leerwegen in het vmbo, uitgevoerd door het SCO-Kohnstamm Instituut, waarover het Platform van Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs (VVVO) zich zorgen maakt.
Waar de monitoring van de tweede fase havo/vwo een goed beeld geeft van zwaarte van programma’s voor docenten en leerlingen, organisatorische problemen en procedurele problemen zoals PTA’s en examendossiers, ontbreekt een vergelijkbare meting van de gang van zaken in het vmbo.
SCO-Kohnstamm werkt nogal cijfermatig, geeft percentages etcetera. Het cijfermateriaal komt voornamelijk uit enquêtes onder schoolleiders. Een goede begin, maar hiermee is nog niet situatie op de ‘werkvloer’ gemeten. Dit verontrust ons, omdat uit onze achterban nogal eens andere geluiden komen dan de cijfers van het rapport aangeven.
Vanuit het Platform is al jaren met klem gewezen op het feit dat in vergelijking met de grote monitoringsactiviteiten rond de invoering van de tweede fase havo/vwo op zijn minst een gelijke ondersteuning voor de vmbo-leerwegen implementatie meer dan gewenst en noodzakelijk is. De grote groep vmbo-leerlingen en docenten verdient een goede begeleiding.
Wij dringen er op aan dat het traject van monitoring aangaande de grote vmbo-leerwegenoperatie met even veel ondersteuning vanuit uw ministerie aangestuurd wordt. Als Platform VVVO worden wij graag betrokken in vervolgactiviteiten om de beoogde veranderingen zo positief mogelijk uit te werken voor collega’s en leerlingen.
In afschrift aan:
Leden van de Vaste Kamercommissie OCenW, Tweede kamer
dr. L.S.J.M.Henkens, Directeur VO, Ministerie OCenW