Volgens de slotalinea van uw brief zou ongeveer nu, namelijk begin 2009, de oprichtingsbijeenkomst plaatsvinden. Daarmee zou een start gemaakt worden met een jaarlijks overleg tussen kabinet en sociale partners over de verbinding tussen onderwijs en sociaal-economische vraagstukken.
In uw Actieplan Leerkracht schrijft u dat u bij een dergelijke Stichting denkt aan ‘een platform waar sectoroverstijgende onderwerpen aan bod komen’. U geeft dan als voorbeelden ‘de aansluitingsproblematiek in het onderwijs, de doorlopende leerlijnen en de wisselwerking van het onderwijsveld met maatschappelijke partners’. Onmiddellijk daarna voegt u daaraan toe:’Het is van belang dat leraren en de beroepsvereniging van leraren nauw bij deze gesprekken betrokken worden’ (p.17 Actieplan Leerkracht).
Het Platform van Vakinhoudelijke Verenigingen in het Voorgezet Onderwijs (Platform VVVO) vertegenwoordigt de vakinhoudelijke verenigingen en is daarmee dé beroepsvereniging van vakdocenten in het voortgezet onderwijs. Wij vinden het vreemd dat wij tot op heden nog steeds niets gehoord hebben van de oprichters van deze Stichting over onze betrokkenheid bij de te voeren gesprekken, zoals u die als wenselijk beschrijft in uw Actieplan.
Na de activiteiten van de commissie-Rinnooy Kan en de commissie-Dijsselbloem heeft u nadrukkelijk gesteld dat u het met de conclusie van deze commissies eens bent dat de positie van de leraar moet worden versterkt. Het lijkt ons derhalve vanzelfsprekend dat het Platform als de beroepsvereniging van vakdocenten in het voortgezet onderwijs betrokken wordt bij gesprekken in de Stichting van het Onderwijs i.o. over zaken als aansluitingsproblematiek en doorlopende leerlijnen.
Graag vernemen wij van u waarom wij tot op heden niets over onze positie hierbij vernomen hebben. Wij zouden ook graag van u horen op welke wijze de vakdocenten, verenigd in het Platform VVVO, een plek krijgen in deze Stichting.
Met vriendelijke groet,
René van de Kraats
voorzitter Platform VVVO