Datum: 13 juni 2000
Betreft: bezwaar afwijzing veldaanvragen 2001
Geachte heer Veenhuys,
Met stijgende verbazing heeft het bestuur van het Platform VVVO kennisgenomen van de brief van de heer Radstake, gedagtekend 29 mei 2000, met kenmerk MG/2.21/00-1827, waarin de SLO al onze aanvragen afwijst.
Voor de eerste twee aanvragen kunnen we de zinvolheid van de argumentatie niet overzien. Wij constateerden vorig jaar dat op de twee genoemde terreinen “multiculturaliteit in het onderwijs” en “doorlopende leerlijnen” een duidelijk leemte te vervullen viel door de SLO en dit heeft ook geleid tot twee toegekende aanvragen over het jaar 2000. De resultaten tot nu toe (één nihil en één projectvoorstel) gaven ons aanleiding om andermaal deze aanvragen in te dienen, nu voor een welomschreven omvang. Kennelijk acht uzelf de resultaten over 2000 niet van dien aard dat hiermee al tegemoet gekomen zou zijn aan onze aanvrage; u verwijst immers niet naar (tussentijdse) resultaten. Hoezeer het ook ons verheugt dat deze thema’s thans opgenomen zijn in de innovatieprogrammering, de gang van zaken tot nu toe geeft ons geen positief perspectief op een kwalitatief verantwoord eindresultaat. Vooralsnog gaan we ervan uit dat u via de bron van innovatieprogrammering het equivalent van onze projectaanvragen voor 2001 reserveert.
Voor vakkenintegratie en –afstemming stelt u dat dit jaar een project wordt afgesloten. In formele zin zal dit zeker het geval zijn: eenzelfde aanvrage hadden we immers ook voor 2000 ingediend en toegekend gekregen. Tegelijkertijd zal het u bij kennisneming van de inhoud van het project niet kunnen ontgaan, dat dit project slechts een flauwe afspiegeling kan zijn van wat werkelijk wordt beoogd. Het projectplan over 2000 laat dit ook zien. Wij kunnen het project over het lopende jaar dan ook niet anders interpreteren dan een opmaat naar het door ons voor 2001 aangevraagde project.
Met betrekking tot projectaanvragen over ICT over 2000 mochten wij afgelopen donderdag een mondelinge en schriftelijke toelichting ontvangen van uw medewerker, de heer Jansen, tijdens een bijeenkomst van het Platform VVVO. Hij liet hierin overtuigend zien dat er een reeks stappen gezet zijn om te komen tot een zekere mate van afstemming tussen de ICT-aanvragen voor de verschillende vakken door ze onder te brengen in een specifiek “format” en dat hierbij ook voorbeelden genoemd konden worden van specifieke ICT-toepassingen. Tegelijkertijd werd duidelijk dat de ontwikkeling van de leerlijnen en de afstemming van ICT-vaardigheden in de tweede fase nog geheel moet beginnen. Uit zijn beschrijving werd duidelijk dat hierin voor 2000 zeker niet voorzien is en dat wij derhalve terecht de aanvragen hebben geformuleerd voor 2001, zoals ze bij u zijn ingediend. Dat de SLO bij de afwijzing hiervan als argumentatie geeft, dat niet duidelijk zou zijn hoe deze aanvragen ingepast kunnen worden in de door de SLO gedefinieerde thema’s achten we onvoorstelbaar. Vergelijk hiertoe uw thema’s 1 en 4 en onze aanvragen.
Daarnaast worden nog een aantal formele criteria voor afwijzing genoemd, die we hieronder cursief aanduiden en voorts van commentaar voorzien.
1. Het implementatietraject. Aangaande de relevantie en de implementatiemogelijkheden van de projecten is per aanvrage een toelichting opgenomen. Het aanvraagformulier suggereerde geen uitgeschreven implementatietraject; dat lijkt ons veeleer onderdeel van het project zelf.
2. Eigen bijdrage. In alle gevallen is aangegeven dat de bijdrage alleen kan bestaan uit reflectie op het projectplan en (tussen)producten. De vakinhoudelijke verenigingen voortgezet onderwijs kunnen zelf geen formatie of financiën ter beschikking stellen en zijn voor het uitvoeren van specifieke projecten aangewezen op instellingen als de SLO.
3. Zelf geen prioriteit aangegeven. Evenals in voorgaande jaren zijn wij ervan uitgegaan dat de SLO zelf een prioritering kan aangeven, voorzover noodzakelijk.
4. Commitment vakinhoudelijke verenigingen. Het Platform VVVO vertegenwoordigt 27 vakinhoudelijke verenigingen. Zoals in alle aanvragen is aangegeven zijn zij mede-indieners.
Gezien het voorafgaande zal het u niet verbazen dat wij bezwaar aantekenen tegen uw besluit. Uw huidige afwijzing bevestigt ons overigens in de gedachte dat deze wijze van veldaanvragen indienen, beoordelen en toekennen niet de juiste is. We zenden u separaat een afschrift van onze brief aan de staatssecretaris van OCenW terzake.